Iets minder aandacht voor inspirerende leiders graag

Reading Time: 2 minutes

 

In al het enthousiasme over inspirerende leiders en wat zij voor elkaar krijgen, wordt nog wel eens uit het oog verloren dat een redelijk percentage van leiders het heel slecht doet (en niet geholpen gaat worden door inspirerende voorbeelden). Slechte leiders kunnen meer kapot maken dan goede leiders opbouwen.  Meer aandacht voor dit fenomeen, zal organisaties geen windeieren leggen.

Bij slecht leiderschap kan een onderscheid gemaakt worden tussen destructieve leiders en incompetente leiders. Deze laatste zijn niet noodzakelijk destructief. Destructief leiderschap wordt in de wetenschap gedefinieerd als leiderschap dat schade toebrengt aan het sociaal kapitaal van een organisatie. Dit kapitaal is onder meer het aanwezige vertrouwen, motivatie en betrokkenheid van medewerkers. Door bijvoorbeeld angst te zaaien ontstaat schade aan vertrouwen, wat onder meer samenwerking ondermijnt.

Hoe groot is het probleem?
Schattingen op basis van onderzoek lopen uiteen van 10 tot 30% destructieve leidinggevenden. In mijn eigen onderzoek zit het meer tegen de 30%. Aantallen zijn een beetje afhankelijk van definitie. Vaak worden twee type destructief leiderschap onderscheiden. Het eerste is dominant of autoritair leiderschap. Dit is het soort leiders dat regeert door angst en dwang. Het tweede type wordt ook wel laissez faire leiderschap genoemd. Dit is het soort leiders dat straalt door afwezigheid. Zij pakken niet hun rol wanneer het belangrijk is dat iemand leiderschap pakt. In mijn onderzoek vind ik ongeveer 10% laissez faire leiders en zo’n 20% dominant.

De kosten van destructief leiderschap zijn hoog en liggen onder meer in:
> hoog verloop (conflicten met leidinggevenden blijken een belangrijke reden voor mensen om ontslag te nemen – en het zijn vaak de meest competente die als eerste weg zijn);
> hoog ziekteverzuim (altijd een goede tweede als je geen ontslag kunt nemen);
> afname van betrokkenheid en werkmotivatie, wat weer een negatieve impact heeft op prestaties;
> psychologische onveiligheid, waardoor de kwaliteit van samenwerking terugloopt en minder initiatief genomen wordt.

Wat te doen met slechte leiders?
Stanford Business professor Bob Sutton concludeerde op basis van de berekening van deze kosten, dat organisaties er het beste aan doen om dit type leiders op staande voet te ontslaan, ongeacht de kosten en ongeacht de prestaties van de leider. Dit klinkt redelijk radicaal. Zijn er geen andere opties, zoals trainen?

Destructief leiderschap lijkt meer een kwestie van karakter dan competentie. In mijn onderzoek neem ik ook een beoordeling van het persoonlijkheidskenmerk integriteit mee. Ruim 40% scoort hier onder gemiddeld. Dit lijkt op het eerste oog netjes, iets beter dan gemiddeld in de bevolking. Voor leiders is dit echter problematisch. Integriteit is een belangrijke voorspeller voor goed leiderschap. Idealiter scoren alle leiders boven het gemiddelde (van de bevolking). Maar wat we zeker niet willen, is de ongeveer 7% in mijn onderzoek die problematisch laag scoort op deze maat voor eerlijkheid en betrouwbaarheid. Incompetente leiders kunnen worden getraind, niet integere leiders kun je beter ontslaan.

Dit brengt mij op de volgende vraag: Waarom miljoenen uitgeven aan leiderschapstrainingen waarvan het rendement absoluut discutabel is, als we miljoenen kunnen besparen door zo’n 20% van leidinggevenden op staande voet te ontslaan?

Zomaar een gedachte…

Download gratis whitepaper P6/Hexaco

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *